Op de bouwplaats, bij het ontwerpen van woningen en in fabrieken worden beide processen nogal eens genoemd. De keuze tussen printen of frezen is afhankelijk van wat elk proces afzonderlijk te bieden heeft, en of dat het gewenste resultaat oplevert. De overeenkomst is dat het allebei op een digitale manier plaatsvindt.
3D printen en CNC-frezen zijn eigenlijk tegenovergestelde productiemethoden. CNC-frezen houdt in dat uit een groot blok materiaal een vorm wordt gecreëerd. 3D printen houdt in dat er laag voor laag een vorm wordt opgebouwd.
Wat is CNC-frezen?
CNC staat voor Computer Numerieke Controle. Dat betekent dat het een digitale methode is. Aan de hand van een CAD-model, een technische tekening door een ingenieur ontworpen, wordt de tekening in een digitaal programma omgezet. Dat programma zet de freesmachine in werking. De freesmachine gaat aan de slag om volgens dit digitale opdracht exact het model te maken.
Daarmee lijkt frezen als een nieuwe manier van produceren, maar dat gaat alleen maar op voor op déze manier frezen, aan de hand van een digitale opdracht. Frezen zelf is al eeuwenoud en geautomatiseerd frezen bestaat al sinds de achttiende eeuw.
Na de Tweede Wereldoorlog werd frezen aan de hand van geprogrammeerde ponskaarten ingevoerd. Met de intrede van de computer in de jaren zestig, is het computergestuurde frezen steeds verder doorontwikkeld tot het geavanceerde huidige systeem, waarmee zeer nauwkeurige onderdelen kunnen worden geproduceerd.
Het aantal in te zetten 3D printers groeit nog steeds
3D printen betekent dat materiaal laag voor laag wordt opgebouwd zodat uiteindelijk de gewenste vorm ontstaat. Een 3D printer doet dat echter niet uit zichzelf. Daar is een digitaal model voor nodig. De printer wordt vervolgens naar aanleiding van dit model geprogrammeerd en gaat volgens die instructies aan het werk.
Het materiaal dat wordt gebruikt is bijvoorbeeld kunststof of metaal. Daarna wordt het veelal nog na bewerkt. Het voordeel van 3D printen is onder meer dat complexe vormen kunnen worden gecreëerd die op een andere manier niet zomaar geproduceerd zouden kunnen worden, of louter door middel van een ingewikkeld productieproces.
3D printen ontstond in de jaren zestig en kreeg in de jaren negentig van de vorige eeuw een vlucht, vooral voor de industrie. In die tijd waren 3D printers enorm kostbaar, maar dat is in de loop der jaren veranderd.
Gedacht werd dat de consument uiteindelijk een 3D printer in huis zou hebben voor het printen van allerlei kleine gebruiksvoorwerpen, maar zover is het niet gekomen. De 3D printer wordt vooral in de industrie ingezet. Het aantal productieprocessen waarbij de 3D printer wordt ingezet groeit nog steeds. Wereldwijd werden tussen 2015 en 2017 meer dan 1 miljoen desktop 3D-printers verkocht en de verkoop van industriële metaalprinters is alleen al in 2017 bijna verdubbeld ten opzichte van het voorgaande jaar.